eigenlijk Adler, Duits godgeleerde in de hervormingstijd (Augsburg 1488 - Saalfeld 1560), veldprediker bij Frans von Sickïngen (1516), pastoor te Jengen bij Augsburg. Wegens een geschrift ten gunste van Luther geraakte hij gevangen, doch kon van 1524 tot 1527 te Wittenberg verblijven, waar hij met zijn grote kennis van het Hebreeuws een der helpers van Luther bij de vertaling van het Oude Testament was.
In 1527 werd hij predikant en superintendent te Saalfeld. Wegens zijn bestrijding van het Interim van 1548 werd hij vogelvrij verklaard, doch ontkwam, eerst naar Schmalkalden, in 1552 terug naar Saalfeld. Hij was antinomist met Joh. Agricola, tegenstander van de rechtvaardigingsleer van Osiander en Georg Major, doch kwam ten aanzien van het Interim tegenover Agricola te staan. Bekend is van hem vooral Des kleinen Catechismi Erklärung (1538).Lit.: J. M. Reu, Quellen z. Geschichte des kirchl. Unterrichts in der evang. Kirche Deutschlands 1530-1600, II, 2 (Gütersloh 1911) 173-203; II, 1, 51-55; J.
Avenarius, Kurze Lebensbeschreibung Herrn Mag. C. Aquila’s, (Meiningen 1718); J. G. Hillinger, Memoria Aquilina (Jena 1771).