(17 Mei 1768- 7 Aug. 1821), de gemalin van George IV, koning van Engeland, was een dochter van Karel Wilhelm Ferdinand, hertog van Brunswijk. Zij trad in 1795 in het huwelijk met de prins van Wales.
Na de geboorte van hun dochter (7 Jan. 1796) leefde haar gemaal verder afgezonderd van haar. Er werden kwade geruchten omtrent haar inomloopgebracht, maar haar schoonvader George III en de natie namen haar in bescherming. In 1814 verliet zij Engeland en vestigde zich aan het meer van Gomo. Toen zij in 1820 (toen George IV koning werd) de vordering van haar gemaal, afstand te doen van de titel van koningin en nooit naar Engeland terug te keren, van de hand wees, werd een beschuldiging van echtbreuk tegen haar ingebracht en de eis van echtscheiding door de koning gesteld; maar de openbare mening sprak zo duidelijk te haren gunste, dat men het proces moest staken.
Minister Castlereagh, die in het echtbreuk proces de hand gehad had, pleegde zelfmoord. In Juli 1821 werd haar geweigerd in de Westminsterabdij getuige te zijn van de kroning van haar gemaal. Haar dochter Charlotte werd de gemalin van Leopold van Saksen-Coburg, de latere koning van België, maar overleed reeds in 1817.Lit.: Graz. Paolo Clerici, A Queen of indiscretions (Eng. vertaling, 1907); The Trial at large of Her Majesty . .. printed from the Journals of the House, 2 dln (1821); Creevey Papers (1905).