(Wels Caerfyrddin), een graafschap in het Z. van Wales aan de Carmarthenbaai van het Kanaal van Bristol, telt op een oppervlakte van 2381 km2 (1947) 166 000 inw. Het landschap is bergachtig, vooral in het Z.O., en vertoont de invloed van ijsbedekking tijdens het plistoceen.
De voornaamste rivieren zijn de Towy en de Taf, die met diep het land binnendringende aestuariën in de Carmarthen Baai uitmonden. Heiden en armelijke natuurlijke weiden beheersen het landschapsbeeld. Van de totale oppervlakte was in 1940 13 pct als bouwland (met als hoofdvrucht haver) in gebruik, welke oppervlakte tijdens Wereldoorlog II, vnl. ten koste van het grasland aanzienlijk, en in 1944 tot 27 pct is opgevoerd (met haver, tarwe en koolzaad als voornaamste gewassen). De oppervlakte permanent grasland omvat (1940) 51 pct (1944: 37 pct), de natuurlijke weiden (rough grazings) 22 pct.
De veestapel telt (1940) 126 000 runderen, d.i. 43 per 100 acres (Engeland 50), en 333 000 schapen, d.i. 78 per 100 acres van de totale oppervlakte grasland (Engeland 90 per 100 acres). De hoofdstad is Carmarthen, de grootste stad Llanelly. 73 pct van de bevolking spreekt nog Wels (1931).