Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Camellus aloysius CALLEWAERT

betekenis & definitie

kerkgeschiedkundige en liturgicus (Zwevegem i Jan. 1866 - Brugge 6 Aug. 1943), werd priester gewijd 1889, studeerde te Leuven, werd professor voor kerkgeschiedenis en liturgiek aan het Grootseminarie van Brugge (1894) en president aldaar (1907-1934); tevens professor in de liturgiegeschiedenis te Leuven (1910-1921).

Hij was een der scherpzinnigste en vruchtbaarste Zuidnederlandse kerkhistorici. Vooral zijn studies over de rechtsgronden der Christenvervolging onder het Keizerrijk (tegen Th. Mommsen) maakten ophef, evenals zijn bijdragen over de oudste geschiedenis van het Romeins Brevier en van de Vastenliturgie en die over Jansenius. Tevens leverde hij talloze bijdragen (volledige lijst, ca 350 nrs, in Sacris Erudiri, Jaarboek voor Godsdienstwetenschap, Steenbrugge I 1947) over oudere en middeleeuwse kerk- en kloostergeschiedenis, middeleeuwse tijdrekenkunde en oorkondenleer, tekstcritische studies over Tertullianus enz.

Zijn wetenschappelijk werk onderscheidt zich door uiterst nauwgezette detailnavorsing.

Bibl. (Voorn, werken): Jansenius. Ses derniers moments. Sa soumission k Rome (Louvain 1893) (in samenw. met R. M.

Nols); Le Garéme ancien de l’Eglise latine (Bruges 1920); Liturgicae Institutiones (Brugge, 1919 w. 3 dln); Chartes anciennes de l’Abbaye de Zonnebeke (Bruges 1925); Sacris Erudiri, Fragmenta liturgica (Steenbrugge 1940); S. Léon le Grand et les textes du Léonien (Steenbrugge 1947).

Lit.: Callewaert-Huldiging (Brugge 1929).

< >