(Bukowina = beukenland; Roemeens Bucovina) is een gebied in Z.O.-Europa met een bewogen geschiedenis (zie hieronder); het behoort thans (1948) deels aan Roemenië, deels is het geïncorporeerd in de Moldavische Republiek en is aldus een deel der Sovjet-Unie.
De Boekowina bestaat hoofdzakelijk uit bergland en ligt in het Z.W. grotendeels in de Karpaten. Over de Borgopas (1227 m) voert in het Z. de oude verkeersweg naar Zevenburgen. Laagland treft men in het noordelijk en oostelijk deel van het land aan. Ten N. van de Sereth en ten O. van Wiznitz bestaat de bodem uit horizontale lagen van blauwe, zandige mergel en diluvium; ten Z. daarvan treedt overal het Karpatenzandsteen op; verder treft men er conglomeraten koraalkalk en zeezoutlagen aan. De rivieren van Boekowina, en wel de Dnjestr, de Proeth, die uit Galicië komend, hier de Czeremosz opneemt, verder de Sereth, de Suczawa, de Moldawa, de Gouden Bistritz, enz. behoren tot het gebied van de Zwarte Zee en stromen bijna parallel van het N.W. naar het Z.O. Het klimaat is gezond, maar ruw.
De gemiddelde jaartemp. bedraagt in Czernowitz 7,6 gr. C., in de lagere streken 5,4 gr. C.; de gemiddelde jaarlijkse regenval bedraagt 620 mm.
Landbouw is het hoofdmiddel van bestaan; de akkerbouw levert tarwe en maïs als hoofdgewassen, verder rogge, peulvruchten, aardappelen, tabak. In het door Roemenië afgestane noordelijk deel is de suikerbietenteelt van grote betekenis. In het bergland is veeteelt de hoofdzaak. Aan delfstoffen levert het bruinkool en zout. Minerale bronnen leveren zwavel- en koolzuurhoudend water. De nijverheid omvat destilleerderijen, bierbrouwerijen, suikerfabrieken, petroleumraffinaderijen, ijzer- en machine-industrie, cementindustrie, enz.
In het N. en W. van het gebied bestaat de bevolking grotendeels uit Roethenen, in het Z. en O. deel uit Roemeniërs; verder treft men er Polen en Magyaren. De Duitse kolonisten zijn in Wereldoorlog II naar het Duitse Rijk teruggebracht. De Grieks-Katholieke godsdienst is overheersend. Afzonderlijk dienen nog genoemd te worden de Lippowanen, een hier sedert 1783 gevestigde Russische secte, die hoofdzakelijk in de drie dorpen Klimoutz, Fontina-Alba en Lippoweni wonen.
In de latere Oudheid vormde Boekowina een deel van de Romeinse provincie Dacië. In het laatst van de 3de eeuw na Chr. kwamen hier de West-Goten; na 375 volgden de Hunnen, die het land verwoestten. In de volgende eeuwen hebben er veel nomaden gehuisd. Sedert de 6de eeuw mogen we Slavische bevolking veronderstellen, de voorvaders van de latere Roethenen. Sinds de 12de eeuw kwamen er ook Roemenen. In de 14de eeuw vormt zich het vorstendom Moldavië, waartoe Boekowina ook behoorde en waarvan de hospodaren (vorsten) zelfs in Suceava (Suczawa) resideerden. De naam „Boekowina” wordt het eerst vermeld in een verdrag van de Poolse koning Wladislaw II Jagello met de Hongaarse koning Sigismund in 1412.
In 1514 kwam Boekowina met Moldavië onder Turkse heerschappij. In 1769 werd het gedurende de Russisch-Turkse oorlog van 1768-1774 door de Russen bezet, bij de vrede van Koetsjoek-Kainardji in 1774 echter weer afgestaan. Daarop bezetten het de Oostenrijkers, en zij dwongen Turkije bij de conventie van 7 Mei 1775 Boekowina aan Oostenrijk af te staan. Na een militair bestuur werd het land in 1786 als een aparte kreits bij Galicië gevoegd. Op 4 Mrt 1849 werd het een afzonderlijk kroonland, los van Galicië, in de Oostenrijkse monarchie. In 1861 kreeg het een eigen landdag, die bijeenkwam in de hoofdstad Czernowitz.
Tijdens het Oostenrijkse bestuur zijn veel Duitse kolonisten zich in Boekowina komen vestigen. Tot 1879 begunstigde de regering meer het Roetheense element, doch het conservatieve ministerie-Taaffe, dat in dat jaar optrad, ging steun zoeken bij de grootgrondbezitters, meest Roemenen. Sedertdien groeide de Roetheense (Oekraïnse) nationale beweging, georganiseerd in een aantal culturele verenigingen.
Tot het eind van Wereldoorlog I bleef Boekowina kroonland der Oostenrijks-Hongaarse monarchie. In 1919 kwam het toen aan Roemenië, met uitzondering van de noordelijke strook met de spoorlijn Zaleszczyki-Kolomea, welke aan Polen toeviel. In 1940 moest Roemenië Noord-Boekowina (5955 km2, 500.000 inw.) aan de Sovjet-Unie afstaan. In Wereldoorlog II werd het hernomen (Juli 1941), maar in 1944 moest Noord-Boekowina opnieuw worden afgestaan en werd het definitief ingelijfd bij de Moldavische Republiek.
PROF. DR TH. J. G. LOCHER - H. A. BOMER
Lit.: Bidermann, Die B. unter der Oesterr. Verwaltung 1775-1875 (Lemberg 1876); Kaindl, Die B. i. d. Jahren 1848-1849 (1898); Id., Das Ansiedelungswesen in der B. seit der Besitzergreifung durch Österreich (Innsbruck 1902); Id., Die Deutschen i. d. Karpathenländern (2de dr. 1911); Mittelmann, Führer durch die B. (1907); Girard, Le peuplement de la B. (1925).