(Wees gegroet, Maria), begin en titel van een gebed of gezang ter ere van de allerheiligste Maagd, dat sinds eeuwen algemeen verbreid is in de Latijnse Kerk. Het bestaat uit drie delen:
1. de groet des Engels aan Maria (Luc. 1, 28);
2. de groet van Elisabeth (Luc. i, 42);
3. een kort smeekgebed van latere datum.
De gewoonte om de twee eerste delen herhaaldelijk te bidden, is in de 12de eeuw bij het volk reeds goed bekend en in de liturgie in gebruik. Het slot: H. Maria, bid voor ons zondaren, is er in de 15de eeuw bijgekomen. Het beroemde Ave Maria van Gounod is eigenlijk een variatie op een preludium van J. S. Bach, maar weinig in overeenstemming met de tekst.