Vlaams schrijver (Oostende 24 Sept. 1889 - 14 Mrt 1936), was een bescheiden, allesbehalve productief, doch vrij diepzinnig dichter, wiens grote voorbeeld K. van de Woestijne bleek te zijn. Hij was onderwijzer in zijn geboortestad.
Zijn poëzie is er een van melancholische beschouwing. Verdienstelijk werk leverde hij ook met zijn vertalingen van Edgard Lee Masters.Bibl.: Hart en Geest (Maastricht 1933); Nagelaten Gedichten („Helikon”, Maastricht 1937); Verwarde Kalender (Antwerpen 1938). Vertaling: Edg. Lee Masters, De Dooden van Spoon River (Antwerpen 1936).
Lit.: A. Demedts, De Vlaamsche Poëzie sinds 1918 (Diest 1945); M. Gijsen, Peripatetisch Onderricht, Nieuwe Kroniek der Poëzie (Antwerpen 1942).