Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

ARKADISCHE POËZIE

betekenis & definitie

literair genre, genoemd naar het Zuidgriekse landschap Arkadië, waar een onbedorven en idyllisch herdersleven zou worden gevonden, onaangetast door de beschaving. In deze literatuur wordt het landleven geïdealiseerd, meermalen in sentimentele zin en gesteld tegenover de onnatuur en verdorvenheid van het stadsleven.

In de Renaissance herleefde door het weer bekend worden van dit genre Theocritos’ landelijke poëzie, die echter meer een realistische idylle te noemen is. Daphnis en Chloë van Longus is een ander klassiek voorbeeld. Op het eind van de 15de eeuw kwam in Italië de herdersroman van Sannazaro op, in de 16de eeuw het herdersdrama van Guarini Tasso; beide genres gaan voor een groot gedeelte terug op de Eclogae van Virgilius. In Nederland zijn als waardige tegenhangers te noemen de Granida van Hooft en de Leeuwendalers van Vondel. De Arkadische lyriek kenmerkt zich gewoonlijk door het gebruik van stereotype namen als Chloë, Phyllis, Daphnis. In de Franse kunst der 17de en 18de eeuw bereikte dit genre het toppunt van gemaniëreerdheid; op het gebied der letterkunde is te noemen de Astrée van Honoré d’Urfé (1610) en op dat der schilderkunst de mode der romantische landschappen en de portretten in herderskleding. Een merkwaardige vorm van de arkadische roman zijn de Arcadia's die in de 17de eeuw in Nederland verschenen en waarvan de eerste was de Batavische Arcadia van J. van Heemskerck.

Hier wordt evenwel het herdersverhaal slechts als omhulling gebruikt voor allerlei geleerde mededelingen over oude geschiedenis, volkskunde en dergelijke wetenswaardigheden meer. Het behoeft nauwelijks te worden gezegd, dat dit voorbeeld in Nederland veel navolging vond en voor de literatuur het genre van de arkadische roman heeft doen verloren gaan.

< >