Grieks staatsman en veldheer (Sicyon 271 v. Chr. - 213 v.
Chr.). Nadat zijn vader Klinias door den tyran Abantidas was vermoord, werd hij te Argos opgevoed en bevrijdde in 251 met andere vluchtelingen Sicyon van de tyrannie. De stad sloot zich nu aan bij de Achaeïsche Bond (z Achaia), waarin zij weldra de eerste plaats bekleedde, bedreigd door koning Antigonos Gonatas van Macedonië (277-239) doch gesteund door koning Ptolemaeus II van Egypte, die 150 talenten (± f 400 000) schonk aan de uit hun bezit gestoten vluchtelingen. Aratus werd in 245 strateeg van de Bond (een ambt, dat hij vervolgens 17 maal bekleedde), veroverde in 243 Korinthe en noopte andere steden tot aansluiting. De macht van Macedonië in Griekenland beperkte hij en hij deed vele veroveringen in de Peloponnesus. Dit berokkende hem de vijandschap van Sparta, welks koning Kleomenes III hem herhaaldelijk nederlagen toebracht.
Aratus bracht nu (tegen alle vroegere principes in) in 224 een bondgenootschap tussen de Bond en koning Antigonos Doson (229-221) van Macedonië tot stand; hierdoor werd Kleomenes bij Sellasia verslagen (222 of 221 v. Chr.) en herkreeg Macedonië zijn macht in de Peloponnesus. Het hielp de Achaeïsche Bond in zijn strijd tegen de Aetoliërs (219-217). Later echter kwamen er verwikkelingen tussen Aratus en koning Philippus V van Macedonië, die met Aratus’ dood eindigden; naar men zegt, was hij vergiftigd. Aratus heeft zonder twijfel de Bond krachtig gemaakt; toch gispten velen zijn verbond met Macedonië. Hij verdedigde zich in zijn Hypomnemata (memoires), in 30 boeken. Deze, thans verloren, hebben (met het werk van den Aratus vijandigen Phylarchus) tot bron gediend voor Plutarchus’ Aratos.Lit.: A. Ferrabino, Arato di Sicione e l’idea federale (Firenze 1921); F. W. Walbank, Aratus of Sicyon (Cambridge 1933).