burgemeester van Antwerpen (Antwerpen 1521 - Vilvoorde 24 Sept. 1568), was van Duitse afkomst, doch zijn moeder behoorde tot het Antwerpse patriciaat. Hij werd in 1549 schepen der stad en bekleedde dit ambt nog vele malen daarna; in 1555 voor het eerst buitenburgemeester, het hoogste ambt in de stad, dat hij in 1556, 1557, 1561 en 1565 wederom bekleedde.
Vooral heeft hij zich een kundig financier getoond, die een groot aandeel heeft genomen in de oppositie tegen Philips II, in de Staten van Brabant en de Staten-Generaal. In 1563 stond hij krachtig aan de zijde der hoge edelen in hun verzet tegen Granvelle en in 1565 en 1566 werkte hij nauw samen met de Prins van Oranje, die hem bijzonder vertrouwde. Hij stond dicht bij de Lutheranen en kwam op voor geloofsvrijheid. In het land gebleven, werd hij 9 Sept. 1567 door Alva gearresteerd. Zijn proces voor de Raad van beroerten eindigde met zijn doodvonnis (11 Aug. 1568). Van Stralen verzamelde een groot fortuin en bezat ook enige heerlijkheden, o.a. die van Merxem.Lit.: De goederen van burgemeester Van Stralen, in: Antw. Archievenbl. II (1865), 238 vlg.; F. H. Mertens en K. L. Torfs, Geschied, v. Antwerpen, IV (1848); F. Prims, Geschied, v. Antwerpen VI (1936/37); R. v. Roosbroeck, Het wonderjaar te Antwerpen (Antwerpen 1930).