Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

ANNA (heilige)

betekenis & definitie

Heilige, is de naam die reeds in de 2de eeuw aan Maria’s moeder gegeven wordt door het alleszins apocriefe Protevangelium Jacobi. Keizer Justinianus I bouwde omstreeks 550 een S. Anna-kerk te Constantinopel.

In de 14de eeuw wordt deze heilige reeds overal in het W. veel vereerd. Luther trad er tegen op. Tegenwoordig is zij nog de lievelingsheilige der Bretons en der Canadezen. Men roept haar aan om kinderzegen. Feestdag 26 Juli.In de beeldende kunst werd zij sinds de 6de eeuw in de Oosterse en enige tijd later, in elk geval vóór de 9de eeuw, in de Westerse Kerk vereerd. In het W. behoort haar beeltenis in mozaïek te Palermo (Martorana, eerste helft der 12de eeuw) tot de oudste voorstellingen. De godsvrucht nam echter in bloei toe, toen de leer van Maria’s Onbevlekte Ontvangenis vastere vormen kreeg (einde 14de eeuw): zij immers was de moeder van dit wonderbare kleinood der ganse schepping, zij behield in zich „de verborgen schat”: vandaar dat Sint Anna patrones der mijnwerkers werd, samen met de H. Barbara (die tegen een schielijke dood wordt aangeroepen). Te Chartres (glasvenster uit het begin der 13de eeuw) draagt de H. Anna in de rechterhand een bloeiende tak, op de linkerarm Maria.

Soms houdt ze een boek in de hand, waarschijnlijk is daarmee het Oude Testament bedoeld. Sinds het begin der 14de eeuw ontmoet men alom de uitbeelding van Sint Anna-te-Drieën of de Anna-trits: Jezus, Maria en Anna in één compositie samengebracht. Eigenlijk is dit een verbeelding der Onbevlekte Ontvangenis, maar al spoedig wordt bij deze beelden Sint Anna het eigenlijke voorwerp der volksdevotie. Deze verbinding treft men in talrijke variaties aan:

a. Anna staat rechtop en draagt op de ene arm Maria, op de andere het Kind Jezus;
b. Anna staat rechtop en draagt op een arm Maria, die op haar beurt het goddelijk Kind vasthoudt;
c. Anna zit en heeft op de ene knie Maria, op de andere het Jezuskind;
d. Jezus zit op Maria’s schoot en Maria weer op die van Anna;
e. Anna staat ter zijde van Maria, die het Kind draagt, dat niet zelden zijn handjes naar zijn grootmoeder uitstrekt;
f. Anna en Maria zijn beiden gezeten en hebben het Kind tussen zich in, ofwel Anna neemt het van Maria over.

Tot de vroegste voorstellingen behoort een beeld in de Sint Nicolaaskerk te Stralsund (uit omstreeks 1300). Buitengewoon verbreid zijn de motieven onder b, c en d in de houtsculpturen van de Nederlanden uit het eind der 15de en het begin der 16de eeuw. Een harmonische oplossing van het moeilijk te verbeelden gegeven levert ten slotte Leonardo da Vinci (Parijs, Louvre). Naar Italiaans voorbeeld schildert Rubens de Opvoeding van Maria door de H. Anna (Brussel, Museum), een thema, dat tot in het begin der 19de eeuw veelvuldig en in allerlei varianten wordt nagevolgd. Tegenwoordig keert men weer tot het middeleeuwse motief terug: in de Sint Antoniuskerk te Bleijerheide (Limb.) vervaardigde Henri Jonas in 1932 een glasvenster naar het model van een laatmiddeleeuws beeld: Jezus zittend op Maria’s schoot, Maria op die van Anna. Soms wordt de hele stamboom of familie van Maria verbonden met de uitbeelding van Sint Anna-te-Drieën.

DR JOHN B. KNIPPING

Lit.: B. Kleinschmidt, Die Hl. A., ihre Verehrung in Gesch., Kunst u. Volkstum (Düsseldorf 1930).

< >