Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-06-2022

Allgemeine elektrizitäts gesellschaft

betekenis & definitie

(afgekort A. E.

G.) werd op 19 Apr. 1883 te Berlijn gesticht als „Deutsche Edison Gesellschaft für angewandte Elektrizität”; in 1887 maakte zij zich los van de Compagnie Continentale Edison te Parijs en verwierf zich met Siemens und Halske een aandeel aan de Edison-patenten. Nadat Siemens und Halske zich had afgescheiden, ontwikkelde zij zich krachtig onder de leiding van Emil en Walther Rathenau en omvat nu de aanleg van licht- en krachtinstallaties, electrische spoorwegen, het maken van turbines, automobielen, vliegtuigen, kabels en scheepsmachines. Zij vormt nu de kern van het A. E. G.-concern, dat voor Wereldoorlog II in bijna alle landen van Europa, in Mexico, Zuid-Amerika, Zuid-Afrika, China en Brits-Indië dochterondernemingen had. De A. E. G. had een overeenkomst met de General Electrics tot uitwisseling van patenten. Een dochtermaatschappij van deze laatste, de Intern. Gen. Electric Co, bezat in 1930: RM 30 millioen aandelen A. E. G. Het aandelenkapitaal bedraagt RM 156 250 000, de leningen RM 62 millioen en de reserve RM 16 millioen.

< >