Belgisch zakenman en financier (Gent 26 Sept. 1879 - Brussel 28 Febr. 1944), verwierf in 1902 het diploma van ingenieur aan de universiteit te Luik. Na studiereizen in Engeland, Duitsland en Frankrijk, trad hij in 1904 in dienst van de Fabrique Nationale d’Armes de Guerre (z F.N.) en werd na weinig jaren directeur dezer inrichting.
Tijdens Wereldoorlog I was hij een der medewerkers van de Franse minister voor bewapening Thomas en organiseerde de fabricage van het Franse oorlogsgeweer aan de lopende band. Na de overwinning trad hij op als Belgisch deskundige op de Vredesconferentie te Parijs, later nog te Genua en te ’s-Gravenhage. In J922 werd hij directeur-generaal van de door hem heringerichte Fabrique Nationale, in 1923 lid van het bestuur der Société Générale de Belgique, in 1926 lid van de beheerraad der Nationale Mij van Belgische Spoorwegen, in 1928 lid van het bestuur van het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek en in 1935 gouverneur der Société Générale. Tijdens Wereldoorlog II bleef hij op zijn post en betaalde zijn weerstand aan de bezetter met zijn leven.
Hij werd op 28 Febr. 1944 vermoord.
