Amerikaans ethnoloog (Kiew 29 Jan. 1880-1940), zoon van een in zijn dagen bekend promotor voor de sociale en culturele positie der Joden. Gedurende 1900-1901 studeerde hij als „graduate student in philosophy” te Harvard.
Daarna werd hij leerling van Franz Boas, bekleedde vele wetenschappelijke ambten en werd in 1937 tot hoogleraar in de volkenkunde aan de Universiteit te Wisconsin benoemd. Hij is een van de bekendste en misschien meest algemeen georiënteerde Amerikaanse ethnologen geweest.Bibl.: Totemism in Journal of Amer. folk-lore 23 (1910); Early civilization (London 1922); Sex in civilization (1929); History of sociological theories (1934); Anthropology (New York 1937).
Lit,: American Anthropologist 43 (1941).
