biochemicus van Hongaarse geboorte (Boedapest 16 Sept. 1893), studeerde te Boedapest medicijnen. Na aldaar in 1917 zijn doctorsgraad te hebben behaald, was hij assistent en privaat-docent te Leiden en Groningen en vervolgens verbleef hij in Cambridge.
In 1928 werd hij tot hoogleraar benoemd in de medische en organische chemie aan de Universiteit van Szeged. In 1945 werd hij hoogleraar in de biochemie aan de Universiteit te Boedapest. Thans verblijft hij sinds enkele jaren in de V.S. Hij heeft zich grote bekendheid verworven door de ontdekking en isolering van het ascorbinezuur (vitamine C) en voorts door zijn bijdragen tot de kennis van de oxydatieve processen in het organisme. In 1937 ontving hij voor deze onderzoekingen de Nobelprijs voor medicijnen. Later heeft hij ook onderzoekingen verricht over de biochemische processen samenhangende met de werking van de spieren.Bibl.:Oxidation, Fermentation, Vitamins, Health and Disease (1939) >, Muscular Contraction (1947); The Nature of Life (1947).
