Deens aartsbisschop, veldheer en staatsman (i 128-1201), stamde uit het machtige en aanzienlijke geslacht Hvide, studeerde als vele voor de geestelijke stand bestemde landgenoten, te Parijs, werd bisschop van Roskilde en in 1178 tevens aartsbisschop van Lund. Hij streed met zijn koningen tegen de aartsvijanden van het Deense Rijk, de Wenden, en ontving in 1167 als loon Kopenhagen in leen, waar hij, op de later genoemde „Vlotsholm” tegen de Wendische zeeroverijen, een burcht liet bouwen.
Hij inspireerde zijn secretaris Saxo tot het schrijven van de Gesta Danorum en bracht eerst in Roskilde, nadien in Lund, een kerkordening tot stand, de „Sjoelandske” en de „Skaanske Kirkelov”. Op de niet ver van „Vlotsholmen” verwijderde Höjewpleds richtten de Kopenhagenaars een ruiterstandbeeld op van den grondlegger van de toekomstige grootheid hunner stad.Lit.: H. Olvik, Absalon, 2 dln (1908-1909).