Zweetdrijvende middelen (sudorifera) dienen om de afscheiding der huid te bevorderen. Tot deze behoorde in de eerste plaats sterke, vermoeijende lichaamsbewegingen, — voorts het inwikkelen van het lichaam in slechte warmtegeleiders (bedden, dekens) en het nuttigen van warmen drank. Aan dezen laatsten worden veelal zelfstandigheden toegevoegd, welke men als zweetdrijvend beschouwt. Men verdeelt deze gewoonlijk in twee klassen, namelijk in zachte en in prikkelende zweetdrijvende middelen.
Tot de eerste behooren vlier-, linden- en kamillenbloemen, thee, braakwijnsteen, azijnzure ammoniak, ipecacuanha, digitalis en opium, — en tot de tweede spiritualia, naphta, aether, muskus, bevergeil, kamfer, sassafras, sassaparilla, senega, mezereum, guajae, aethérische oliën, hars, benzoëzuur enz. Bij ontsteking dient men zich tot de eerste klasse te bepalen. Een krachtig zweetdrijvend middel is wijders het Russische dampbad, dat vooral bij verkoudheden, alsmede bij croup, rheumatismus enz. groote aanbeveling verdient. Vooral ook wordt de huiduitwaseming bevorderd door de Dowersche poeders (Pulvis Doweri), bestaande uit 1 deel opium, 1 deel ipecacuanhapoeder en 8 deelen zwavelzuur kalium.