Zwartenhond, een vermaard Nederlandsch zeeheld uit den Tachtigjarigen Oorlog, heette eigenlijk Joachim Hendrik, en ontleende gemelden bijnaam aan het huis, hetwelk hij later te Amsterdam bewoonde. Hij werd aldaar geboren in 1556 en nam, nadat hij zijne ouders verloren had, op elfjarigen leeftijd dienst ter zee. Terwijl hij zich in Spanje op de galeijen bevond, verkreeg hij er kennis van het uitrusten der Armada en gaf bij zijn terugkeer daarvan berigt aan de regéring. Nu trad hij in de gelederen te lande, maar keerde weldra tot de zeedienst terug.
Bij het enteren van een Biscaaischen vrijbuiter, waarbij de moedige man bij het losraken van zijn vaartuig alleen op den vijandelijken bodem achterbleef, joeg hij allen door zijne dapperheid zulk een schrik aan, dat zij benedendeks de wijk namen, waarop hij den stuurman deed sneven en het door hem alleen veroverde vaartuig bij zijne landgenooten bragt. Weldra werd hij tot luitenant en vervolgens tot kapitein bevorderd. In 1600 wist hij zijn schip „De Gouden Leeuw”, dat in een slechten toestand verkeerde en veel zieken aan boord had, door eene krijgslist te behouden. In 1603 werd hij vice-admiraal en in 1621 admiraal, terwijl hij inmiddels aan het land belangrijke diensten bewees. Als admiraal kruiste hij meestal in de Middellandsche Zee, om aldaar onze koopvaart te beschermen.
Den 16den October 1622, nadat hij door windstilte dagen lang verhinderd was, door de Straat van Gibraltar te stevenen, zag hij bij Kaap Molle de geheele vijandelijke vloot van 22 Napolitaansche en Spaansche schepen op hem afkomen. hij had slechts 4 oorlogschepen onder zijne bevelen; de overige bodems waren zwaar geladene koopvaarders. Na lang dralen van den vijand kwam het tot een gevecht, waarin Zwartenhond den Napolitaanschen admiraal zoo duchtig begroette, dat deze met de onder zijn bevel staande schepen tot tweemaal toe moest afdeinzen. Ook de andere drie oorlogschepen en de koopvaarders stelden zich zoo dapper te weer, dat na een hevigen strijd, die den geheelen achtermiddag duurde, de vijandelijke vloot in verwarring de vlugt nam. Zonder een enkel schip te verliezen zeilde de Nederlandsche admiraal nu door de Straat van Gibraltar en kwam den 14den November behouden in de Vaderlandsche haven. Nu liet hij het krijgsbedrijf varen, wees vele vereerende aanbiedingen van Denemarken en Zweden van de hand, vestigde zich in zijne geboorteplaats, en overleed aldaar den 5den Junij 1627.