Zinkographie is de naam van eene door H. W. Eberhard te Magdeburg omstreeks het jaar 1804 uitgevondene methode, om zinkplaten in gereedheid te brengen voor de lithographische pers, tot het drukken van penteekeningen enz. Na dien tijd is de zinkographie tot hoogere volkomenheid gebragt door de teekening op de plaat en reliéf te etsen. Men brengt daartoe de afbeelding of het schrift op de gepolijste plaat of bedient zich hierbij van de photographie (photozinkographie).
Het etsen geschiedt vervolgens op de bekende wijzen, namelijk door de zinkplaat, die met eene dunne waslaag overdekt en daarna met de etsnaald bewerkt is, in eene bijtende vloeistof te leggen, bestaande uit 40 deelen water en 1 deel salpeterzuur. Dit geschiedt bij herhaling, waarna de plaatsen, die wit moeten blijven, worden weggenomen. De zinkographie is echter nog niet fijn genoeg om de xylographie te vervangen.