Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Zeoliet

betekenis & definitie

Zeoliet is de naam van eene natuurlijke groep van delfstoffen uit de klasse der waterhoudende geolieten, namelijk silicaten van aluminium en een ligt metaal, welke waterhoudend zijn en ook wel een gedeelte van hare waterstof als basisradicaal bevatten. Zij komen gedeeltelijk voor in meestal kleine kristallen, gedeeltelijk in straalvormige en bladerige aggregaten in de holten van vulcanische veldspaatgesteenten (basalt, trachiet, phonoliet en melafier), in oudere silicaatgesteenten (syeniet en graniet) en in ertsgangen en ertsbeddingen, voorts als nieuwere vormingen in den mortel van oude warme bronnen. Zij zijn meestal kleurloos en in een verschen toestand doorzigtig of doorschijnend, met een glas- of parelmoerglans. Worden zij voor de blaasbuis verhit, dan zwellen zij op en vormen blazen of bellen.

Zij worden ontleed door zuren onder afscheiding van kiezelzuur anhydride. Zij zijn omzettingsproducten van veldspaatsoorten of van op veldspaat gelijkende delfstoffen en ontbinden zich bij verweering meestal in klei, zoodat z{j eene belangrijke hoeveelheid voedsel aan de planten leveren. Wij geven hierbij eene lijst der zeolietsoorten met achtervoeging van de scheikundige bestanddeelen: Analciem (Na met eenig C of K), Brewsteriet (SrBa), Chabasiet (KCa), Desmien (Ca), Faujasiet (CaNa), Gismondien (Ca), Gmeliniet (NaCa), Hermotoom (Ba), Herscheliet (KNa), Heulandiet (Ca), Laumontiet (Ca), Levyn (CaNa), Natroliet (Na), Phillipsiet (CaK), Skoleziet (Ca), Thomsoniet (CaNa) en Zeagoniet (KCa). Voorts worden Prehniet en Apophylliet ook wel tot de zeolietsoorten gerekend.

< >