Waterval (Een) is eene plaats, waar het water van eene steile hoogte of helling naar beneden valt. Zulke plaatsen heeft men vooral bij beken en rivieren in het gebergte. Een hooge en breede waterval in eene boschrijke bergstreek levert steeds een fraai en indrukwekkend natuurtooneel.
Kleine watervallen achter elkander dragen den naam van cascades en in groote rivieren dien van cataracten. Het karakter van een waterval wordt voornamelijk bepaald door zijne hoogte, zijne watermassa en zijne helling. De waterhoeveelheid is in den regel in verschillende jaargetijden zeer verschillend. In Europa heeft men vooral in Zwitserland een groot aantal watervallen; dáár heeft men dien van de Rijn bij Lauffen, een half uur beneden Schaffhausen, de Staubbach in het Lauterbrunnendal, de Gieszbach aan het Brienzer Meer, den Reichenbachwaterval bij Meiringen, den Handeckval in het Haslidal, enz. Men heeft er voorts in de Apennijnen, in de Pyreneeën en in de bergstreek van Zweden en Noorwegen. Vooral heeft men prachtige watervallen in Amerika, en onder deze bekleedt die van de Niagara (zie aldaar) de eerste plaats. Voorts worden er gevonden in Canada, in Californië enz. Hier en daar heeft men ook kunstmatige watervallen, zooals in het park van het kasteel te Versailles, in het park van Wilhelmshöhe bij Cassel enz.
