Vogelgebergte is de naam van een basaltgevaarte van Midden-Duitschland, door het Kinzigdal van den Spessart gescheiden en door den Landrücken met het Rhöngebergte verbonden. Het grenst in het noorden aan de Hessische bergstreek en is in het westen door het dal van de Lahn en door de Wetterau gescheiden van het Leisteengebergte van de Rijn en van het Taunusgebergte. Het heeft eene middellijn van omstreeks 45—50 Ned. mijl en vormt in zijn geheel eene plat gewelfde hoogte, die zich tot het Oberwald verheft. Dit laatste is eene onbewoonde, met loofboomen, vochtige gras- en veenlanden bedekte hoogvlakte.
Tot de aanzienlijkste toppen behooren er: de Taufstein (772 Ned. el hoog), de Sieben Ahorn (746 Ned. el hoog) en de Herchenhaimer Höhe (732 Ned. el hoog). In het Oberwald of in zijne nabijheid ontspringen talrijke beken, zooals: de Nidda, de Wetter, de Ohm, de Schwalm, de Altefell en de Lüder. Het geheele gebergte bestaat dan ook uit een stelsel van straalvormig uit het midden voortloopende ruggen, van welke zich een groot aantal gaffelvormig verdeelt. Deze met bosch of gras begroeide ruggen dragen hier en daar basaltkoepels, en gezamenlijk bestaan zij uit allerlei verscheidenheden van basalt, tuf en polijstschiefer; slechts op enkele plaatsen vindt men trachietsoorten, maar veel trachietdoloriet. Voorts heeft men er ijzererts en aan zijn rand bruinkolen, musschelkalk en bonten zandsteen, zechsteen, roodliggend en steenkolen. Het klimaat is er guur en koud en des winters valt er veel sneeuw. De grond, uit verweerd basalt bestaande, is er vruchtbaar, zoodat men er veel loofhout, inzonderheid beukenhout, aantreft, en in de lager gelegene dalen heeft men uitmuntende bouwen weilanden, terwijl in de hoogere streken eene armoedige bevolking zich met de veeteelt bezig houdt. Het Vogelgebergte ligt hoofdzakelijk in de Hessische provincie Opper-Hessen, en alleen zijne uitloopers bereiken de Pruissische provincie Hessen-Nassau.