Verwey Mejan (Gerardus Wouter), een verdienstelijk Nederlandsch volksvertegenwoordiger, geboren te ’s Gravenhage den 26sten Januarij 1796, studeerde te Leiden, promoveerde met spoed en vatte bij den terugkeer van Napoleon van Elba met geestdrift de wapens op. Hij organiseerde op eigen kosten eene kompagnie vrijwillige jagers te paard en trok daarmede naar Parijs. In Maart 1816 werd hij advocaat te ’s Gravenhage, bereidde zich voor om zijn vader in het bankiershuis Jochems en Zoon op te volgen en wijdde zich tevens aan de beoefening der letteren.
In 1826 werd hij lid, in 1832 bestuurder der maatschappij Diligentia te ’s Gravenhage, behoorde reeds vroeg tot de Orde der vrijmetselaren en was gedurende 26 jaren achtbare meester der loge l’Union in de Hofstad. In 1835 werd hij lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal en hield er zitting tot aan zijn dood. Voorts werd hij stichter en in 1847 voorzitter van de Maatschappij van Landbouw, en overleed op zijn buitenverblijf Rijnstroom den 6den Augustus 1850.
