Vervou (Frederik van), een Friesch edelman, geboren in 1557 te Franeker, werd in zijne jeugd page bij den graaf van der Mark te Luik, vervolgens hofmeester bij den stadhouder Willem Lodewijk en daarna bevelhebber van Delfzijl en Emden. In 1609 was hij te Franeker en in 1616 vertrok hij als lid van den raad van State naar ’s Gravenhage, — voorts in 1620 als buitengewoon gezant naar Engeland, waar de Koning hem tot ridder sloeg. Hij overleed een jaar daarna te ’s Gravenhage.
Hij schreef: „Gedenkwaardige geschiedenissen (1568—1610)”, waarvan het eerste deel in 1841 is uitgegeven door het Friesch Genootschap, terwijl het tweede (1610—1620) in handschrift aanwezig is. Ook stond hij Baudartius ter zijde bij het opstellen van diens „Memoriën”.
