Verschansing (Eene) is een afzonderlijk en zelfstandig werk der vlugtige versterkingskunst. Zij bestaat althans uit ééne borstwering, wier vuurlijn een bepaald tracé vormt, volgens welke men de verschansingen onderscheidt. Is de vuurlijn eene geslotene figuur, dan heeft men een gesloten en anders een open werk.
Tot de opene werken behooren: de flèche, de redan, de lunette, de tenaille, de papenmuts, de zwaluwstaart, de crémaillière, het gebastionneerde front en de hoorn- en kroonwerken, — en tot de geslotene: de redoute, de sterreschansen en in den regel alle gebastionneerde schansen. Tusschen die beide soorten staat het halfgesloten werk. Naar gelang van de bouwstof, tot den aanleg van verschansingen gebezigd, heeft men aarden, houten of steenen verschansingen, maar gewoonIijk is zij eenvoudig een aarden werk met eene buitengracht. — De verschansing van een schip, bestaat uit ijzeren standers met leuningen langs de boorden. Zij is bespannen met schanskleeden en dient tot het bergen der kooijen of hangmatten, terwijl zij bij zeegevechten eene borstwering vormt.