Vergift (venenum) noemt men alle zelfstandigheden, die reeds in betrekkelijk geringe hoeveelheid een doodelijken invloed hebben op het bewerktuigd ligchaam. Die hoeveelheid komt bij de bepaling van vergift wel degelijk in aanmerking, want salpeter, aluin enz., schoon in groote hoeveelheid levensgevaarlijk, worden niet tot de vergiften gerekend. Zware vergiften zijn zoodanige, die in zeer geringe hoeveelheid den dood veroorzaken, zooals: phosphorus, nicotine, coniïne, blaauwzuur, arsenicum enz. De kleinste hoeveelheid, die eene doodelijke werking heeft, noemt men vergiftigingshoeveelheid (dosis toxica).
Daar vele stoffen, zooals: morphine, digitaline, veratrine, aconitine enz., in kleinere dosis vermogende geneesmiddelen zijn, blijkt het, dat het verschil tusschen vergift en geneesmiddel vaak alleen in de aangewende hoeveelheid bestaat. Men onderscheidt de vergiften naar hun oorsprong in délfstoffelijke, plantaardige en dierlijke, — naar hun aard in gasvormige, vloeibare en vaste. Ook verdeelt men de vergiften wel eens naar gelang der organen, waarop zij werken, in vegegatieve vergiften, zenuwvergiften en bloedvergiften, — voorts in scherpe vergiften, verdoovende vergiften, ontstekend verdoovende vergiften en rottingwekkende vergiften. Scherpe vergiften zijn zoodanige, die prikkeling, bloedophooping en onsteking met of zonder vernietiging der weefsels veroorzaken; tot deze klasse behooren de meeste delfstoffelijke vergiften, zooals: arsenik-, koper, kwik- en loodverbindingen, — voorts minerale zuren, chloor- en zwaveligzuurgas, onderscheidene plantenvergiften (zie Gifplanten) en vergiftige insecten. Verdoovende of narcotische vergiften zijn zulke, wier werkzaamheid zich vooral openbaart in afwijkingen in de verrigtingen van het zenuwstelsel. Men onderscheidt hen in hersen- en ruggemergnarcotica. Tot de eersten behooren, behalve eenige gassen, zooals: koolzuur en koolwaterstofgas, vele plantenvergiften, aan de familiën der Papaveraceën, Solaneën, Umbelliferae enz. ontleend.
De tweede komen alleen in het plantenrijk voor, vooral in de familiën der Strychnineën, Asclepiadeën, Menispermaceën, Coriaceën enz. Met ontstekend verdoovende vergiften bedoelt men zulke, die de schadelijke eigenschappen der voorgaande klassen in meerdere of mindere mate in zich vereenigen. Hiertoe behooren bijv. de Digitalis purpurea, de Aconitum Napellus, vele Fungi, het Secale cornutum enz. Den naam van rottingwekkende vergiften geeft men eindelijk aan eenige schadelijke stoffen, die het bloed verontreinigen of ontbinden, zoodat zij ook wel bloedvergiften worden genoemd. Zij komen hoofdzakelijk voor in het dierenrijk, zooals: het slangenvergif, het droesvergif, het worstvergif enz. Alle vloeibare en vlugtige voortbrengselen van verrotting van dierlijke stoffen worden er toe gerekend.