Veracruz, een der oostelijke kustgewesten van Mexico aan de Golf van Mexico, telt op 1233,5 □ geogr. mijl ruim ½ millioen inwoners. Het vormt eene smalle strook langs de kust, landwaarts zich uitstrekkend over de steile helling van den Anahuac, waarop verder westwaarts de hoogvlakte van Anahuac volgt, wier toppen zich boven de sneeuwlijn en in den Citlaltépetl of Piek van Orizaba ter hoogte van 5295 en in den Coffre de Perota ter hoogte van 4093 Ned. el verheft. Deze bergen zijn uitgebrande vulcanen, doch een werkzame vuurspuwende berg is die van Tuxtla (1650 Ned. el hoog) aan de kust. Men vindt er slechts kleine kustrivieren, wier monden door zandbanken zijn versperd, benevens onderscheidene strandmeren (lagunen).
Het klimaat is er zeer verschillend, naar gelang men zich in de gloeijend heete zandsteppe van de kust of in de eeuwige sneeuw der hooge bergtoppen bevindt. In de heete, vochtige Tierra caliente voeren koortsen eene schier onafgebrokene heerschappij, terwijl de hooger gelegene streken zeer gezond zijn. Ook de voortbrengselen van den bodem zijn er zeer verschillend en komen met die van Mexico overeen. De bevolking bestaat hoofdzakelijk uit Indianen en Mestiezen, en langs de kust vindt men ook Negers, Mulatten en Zambo’s. Land- en plantagebouw leveren er katoen, suikerriet, cacao, tabak, vanille, sassaparille, rijst, maïs enz., en ook de veeteelt, vooral de paardenfokkerij, de jagt en de visscherij zijn er van veel belang. De fabrieknijverheid bevindt er zich op een lagen trap van ontwikkeling; men vervaardigt er grove katoenen stoffen, leder, suiker, rum, cider, azijn, zeep, manden enz.
Van veel meer gewigt is er de binnen- en buitenlandsche handel, die aanmerkelijk bevorderd wordt door spoorwegen naar Mexico (424 Ned. mijl) en Jalapa (70 Ned. mijl). — De evenzoo genoemde hoofdstad (Villa Nueva de la Veracruz), de voornaamste haven- en koopstad van den Staat, ja van geheel Mexico, ligt aan zee in eene dorre, ongezonde vlakte en is door Ferdinand Cortex in 1520 gesticht op de plaats, waar bij den 21sten April 1519 was aan land gestapt. De onderkoning, graaf Monterey, vernieuwde en verplaatste de stad in 1580, maar het kerkhof der hedendaagsche stad ligt nog gedeeltelijk tusschen de bouwvallen van Oud-Veracruz. De stad is door muren, bolwerken en forten omgeven, heeft regelmatige, breede, elkander regthoekig snijdende straten met meerendeels lage huizen en onderscheidene fraaije pleinen, 4 kerken, een collegie der Augustijnen, een ruim belastinggebouw, een amphitheater voor stierengevechten, een kleinen schouwburg er omstreeks 10000 inwoners, meerendeels Mulatten, Zambo’s en Mestiezen en ook vele Europeanen. De haven wordt door twee redoutes en door het fort op het eiland San Juan de Ulua verdedigd, maar is slechts eene opene, onveilige reede, waar men plaats vindt voor ongeveer 30 schepen. Veracruz onderhoudt met pakketbooten eene regelmatige gemeenschap met New Orleans, St. Nazaire, Martinique en Cuba, alsook met Liverpool en Bremen. In 1873 bedroeg de waarde van den invoer 36 en die van den uitvoer 45⅕de millioen gulden, ruim de helft der waarde van den buitenlandschen handel van geheel Mexico. Bovengenoemd fort San Juan de Ulua is een sterk gebastioneerd, onregelmatig vierkant en vormt de citadél der stad. Daar hield na de zegepraal der Mexicaansche revolutie het overschot der Oud-Spaansche magt onder Rodil zich staande tot 19 November 1825. Den 27sten Maart 1838 werd het door de Franschen onder admiraal Baudin en den 19den Maart 1847 door de Noord-Amerikanen onder generaal Scott tot de overgave gedwongen. Den 7den Januarij 1862 verscheen de Spaansche generaal Prim als opperbevelhebber van het vereenigd expeditieleger met eene Spaansch-Fransch-Engelsche vloot en landingstroepen vóór Veracruz en bezette de stad. De Franschen trokken den 27sten Februarij vanhier naar het binnenland, en Veracruz bleef tot 1867 het strategisch steunpunt van het Fransche leger (zie onder Mexico).