Vaynes van Brakell (Jhr. Reinhardt Godfried Benjamin de), geboren op den huize „de Plack” (gemeente Bemmel) den 2den Maart 1801, vertrok in 1818 als genie-officier naar Indië, klom er op tot kolonel-directeur en kommandant van de genie, werd in 1857 gepensioneerd en vestigde zich te Arnhem, waar hij den 27sten December 1862 overleed. Hij schreef: „De verdediging van Nederlandsch Indië (1859, 3 stukken)”, — „Eindbeschouwing en proeve van een stelsel van verdediging (1860)”, — „Geen doorbraken meer, enz. (1861)”, — „Werken bij de beslissing van het Indische vraagstuk (1862)”, — „Palissy’s kunstbronnen in Neerlands woestijnen enz.
(1862) ”, — en „Amsterdam weder eene zeestad, enz. (1862)”. — Zijn broeder Jhr. Henri Jean Leopold Théodore de Vaynes van Brakell, werd in 1860 gepensioneerd als kapitein ter Zee bij de Nederlandsche marine, vestigde zich te Arnhem, en schreef: „Zestien reizen. Herinneringen uit een 40-jarige loopbaan bij de Marine, opgedragen aan Z. K. H. Prins Hendrik der Nederlanden (1870).