Ural-Altaïsche talen is de naam van eene zeer verspreide familie van talen, welke ook met den naam van Toeranische of FinschTartaarsche taalfamilie bestempeld wordt en zich van Hongarije en Turkije tot in het noordoostelijk gedeelte van Azië uitstrekt. Men verdeelt haar gewoonlijk in vijf hoofdgroepen, namelijk: De Finsch-Oegrische, de heerschende in Rusland en Hongarije. zij omvat het Finsch of Soeomi, hetwelk in Finland door ongeveer 2 millioen menschen gesproken wordt, het Esthnisch in Esthland en het nagenoeg verdwenen Lijflandsch, — voorts het Laplandsch, het Tsjeremissisch, dat door ongeveer 200000 zielen tusschen Kasan en NishnéNowgorod gebezigd wordt, het Mordwinisch of de taal van 770000 Mordwinen aan de Wolga, het Syrjaenisch, Wotjakisch en Permsch (te zamen de taal van 350000 personen), het Ostjaksch en Wogoelisch, aan de oevers van de Ob in zwang en vermaagschapt met het Magyaarsch in Hongarije. Dit laatste omvat een groot gebied in het zuidoosten van dat land. — De Samojeedsche, in gebruik bij slechts 30000 zielen, welke langs de IJszee tot in Siberië gevestigd zijn. — De Turksch-Tartaarsche, de meest verspreide en zich uitstrekkend van Europeesch Turkije tot aan de Lena. Tot haar behoort: het Jakoetisch, dat door ongeveer 200000 menschen in het noordoostelijk gedeelte van Siberië aan de Lena gesproken wordt, het Kirgisisch in het aan China grenzend gedeelte van Toerkistan, het Oeigoerisch met het Toerkmenisch en Tsjagataïsch in het overig gedeelte van Toerkistan, het Koemukisch in het noordoostelijk gedeelte van den Caucasus en het Nogaïsch ten noorden van de Zwarte Zee en in de Krim, het Osmanli of Turksch, de merkwaardigste taal van deze groep, in Constantinopel, Philippopel en andere gedeelten van Europeesch Turkije, alsmede in het binnenland van Klein-Azië heerschappij voerend. — De Mongoolsche, bestaande uit het eigenlijke Mongoolsch in het noorden van China, het Boeratisch aan het Baikalmeer en het Kalmuksch, ten westen van dat meer. — De Toengoesische in het noordoosten van Azië, zich uitstrekkend van de Jenisseï tot aan de Zee van Ochotsk, ten noordoosten tot aan de Ijszee en ten zuiden tot ver naar de zijde van China.
De merkwaardigste der hiertoe behoorende talen in het Mandsjoe, in Chineesch Mandsjoerije in gebruik, met eene eeuwenoude letterkunde en een afzonderlijk alphabet. Die vijf groepen hebben slechts weinige gemeenschappelijke woorden en wortels, maar zijn verbonden door haar grammaticalen bouw, daar zij alle tot de agglutinerende talen behooren (zie onder Taal). De talen echter van elke groep komen onderling sterk met elkander overéén; Zelfs onderscheidt zich het Turksch niet meer van Nogaïsch dan het Hoogduitsch van het Nederlandsch, en van het Jakoetisch aan de Lena niet meer dan het Nederlandsch van het Noorsch. Meer loopen de talen der FinschOegrische groep uitéén; de aanwijzing van het onderling verband der Ural-Altaïsche talen hebben wij vooral te danken aan Castren.