Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Tressan

betekenis & definitie

Tressan (Louis Elisabeth de la Vergne, graaf), een verdienstelijk schrijver van Fransche ridderromans, geboren te Mans den 4den November 1705, werd op 13-jarigen leeftijd de speelmakker van den jongen koningszoon, later Lodewijk XV. Hij bezat een ongemeenen aanleg voor kunst en letterkunde en werd door Voltaire, Fontenelle en anderen sterk aangemoedigd. Wegens zijn losbandig leven zond zijn oom, de aartsbisschop van Rouen, hem naar Italië, en hij ontdekte in het Vaticaan te Rome eene rijke verzameling van oud-Fransche ridderromans, waarop hij zijne aandacht vestigde. Na den dood zijner moeder keerde hij terug naar Parijs en nam als adjudant van den hertog de Noailles deel aan den veldtogt in 1733.

Na den vrede werd hij bevorderd tot brigadier en vaandrig bij de Schotsche lijfwacht, streed in 1741 in Vlaanderen en verkreeg in 1744 den titel van maréchal de camp. In die betrekking diende hij bij de belegering van Meenen, Yperen enz. en streed met onderscheiding in den slag bij Fontenoi. Lodewijk XV belastte hem met de organisatie der troepen, die tot ondersteuning van het landen van den pretendent Stuart aan de kust van het Kanaal werden bijeengetrokken. In die dagen schreef hij zijn „Traité sur l’ électricité’,, later door zijn oudsten zoon, den abbé Tressan, in het licht gegeven onder den titel: „Essai sur Ie fluide électrique considéré comme agent universel (1783, 2 dln)”. Nadat hij in 1750 tot gouverneur van Toulois en Fransch Lotharingen benoemd was, verhief koning Stanislaus van Polen hem kort daarna tot grootmaarschalk aan zijn Hof.

Nu kon hij zich wijden aan letterkundigen arbeid, stichtte eene académie te Nancy en schreef liederen en puntdichten, waarin hij de hovelingen aan de kaak stelde, zoodat hij bij Lodewijk XV in ongenade viel. Na den dood van Stanislaus betrok hij een klein landgoed in Champagne en woonde later te Fransonville bij Montmorency, waar hij den „Orlando furioso” van Ariosto vertaalde. In 1781 werd hij lid der Académie Française, en overleed den 31sten October 1783. Zijne „Oeuvres choisies (1787—1791, 12 dln)” werden in het licht gegeven door Garnier; daarin vindt men o. a. den roman: „Tristan le Léonois”, — „Flores et Blanchefleur”, — „Le pitit Jehan de Saintré”, — en „Gérard de Nevers”. Eene nieuwe uitgave zijner werken in 10 deelen werd in 1823 door Campenon ter perse gelegd.

< >