Thaso, voorheen Thasus, het noordelijkste eiland van den Griekschen Archipel, werd door den Sultan aan den onderkoning van Egypte toegekend en telt op nagenoeg 8 □ geogr. mijl ruim 5000 inwoners, nagenoeg uitsluitend Grieken. Het is van vulcanischen oorsprong, heeft steile kusten en is bedekt met hooge, boschrijke bergen, van welke de Hypsaria eene hoogte heeft van 1045 Ned. el. De hoofdplaats is Panagia (Castro) op de noordkust. — Het was aanvankelijk bewoond door Thraciërs en Phoeniciërs, maar werd in 700 door Ionische Grieken uit Paros in bezit genomen.
In de Perzische oorlogen had het veel te lijden, alsmede in 364 vóór Chr., toen de Atheners onder Cimon de stad Thasus (op de noordkust) na eene langdurige belegering veroverden. Later was het bij afwisseling onderworpen aan Athene en Sparta, doch onder de Romeinen geheel zelfstandig.