Stratford de Redcliffe, eigenlijk sir Strafford Canning, viscount de Redcliffe, een vermaard Britsch diplomaat, geboren den 6den Januarij 1788, was de zoon van een bemiddeld koopman te Londen en de neef van den minister George Canning en zag zich reeds in 1809 benoemd tot Britsch gezantschapssecretaris te Constantinopel. In 1814 vertrok hij als gevolmagtigd minister naar Basel, waar hij de Zwitsersche Bonds-acte hielp vaststellen, bevond zich in 1816 bij het Congrès te Weenen en bekleedde daarna gezantschapsposten te Washington en te Petersburg. In 1826 werd hij ambassadeur te Constantinopel en was hier werkzaam tot vereffening der geschillen tusschen Turkije en Griekenland. Daar echter de Porte zijne voorstellen verwierp, verliet hij in 1827 Constantinopel, ging het volgende jaar als buitengewoon gezant naar Griekenland, bevorderde op de conferentie te Parijs de bepaling der grenzen van dit Koningrijk en keerde vervolgens naar Engeland terug.
In October 1831 zag hij zich nogmaals tot gezant te Constantinopel benoemd, nam deel aan de onderhandelingen over de grenzen van Griekenland en zag zijne bemoeiingen bekroond door het Londensche Verdrag van 7 Mei 1832. In 1833 was hij buitengewoon gezant te Madrid, in 1834 te Petersburg, en in 1841 vertrok hij weder als gezant naar Constantinopel, waar hij zich gedurende 16 jaar beijverde, den invloed van Rusland in Turkije te bestrijden en tevens het overwigt van Frankrijk en Oostenrijk te beperken. Reeds in 1852 was hij met den titel van viscomt de Redcliffe onder de Lords opgenomen, en toen hij in 1858 in Engeland terugkeerde aanvaardde hij den zetel in het Hooger Huis en werd in 1869 ridder der Orde van den Kouseband. Zonder deel te nemen aan het bewind heeft hij nog altijd grooten invloed op de behandeling der zaken in het Oosten. Vooral gedurende de verwikkelingen van 1876 kwam hij meermalen in verzet tegen de politiek van het ministérie-d’Israèli. In 1873 gaf hij een stichtelijk boek in het licht onder den titel: „Why am I a Christian?”