Sergijewsk of Ssergijewsk-Possad, een zeer rijk klooster in Rusland en eene druk bezochte bedevaartsplaats, 64 Ned. mijl van Moskou, met vele kerken, een keizerlijk paleis, een paleis van den metropolitaan, talrijke fabrieken en ruim 27000 inwoners (1875), werd gesticht door den heilige Sergij onder de regering van Simeon de Trotsche, voorts in de dagen van Iwan IV de Verschrikkelijke met steenen muren en torens en in 1609 met eene diepe gracht omringd. Hier gaf Sergij in 1380 zijn zegen aan den grootvorst Dmitri, toen deze ten strijde trok tegen Mamai. Ten tijde van Wasilii Sjoeiskoi (1608) werd het klooster maanden lang door 30000 Polen belegerd, doch door eenige honderden krijgsknechten en de monniken dapper verdedigd.
Gedurende een opstand der Strelitzen namen de czaren Iwan en Peter derwaarts de vlugt. In dat klooster zijn de graven van Boris Godoenom, van zijne gemalin en van zijn zoon Fedor, — van de ongelukkige Ksenia, de gemalin van Magnus, koning van Lijfland, en van andere beroemde personen. Ook vindt men er de zilveren doodkist van den wonderdoener Sergij.
