Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Septuaginta

betekenis & definitie

Septuaginta of de zeventig (LXX) noemt men gewoonlijk de zeventig vertalers, die eene Grieksche overzetting van het Oude Testament hebben geleverd. De Israëlieten, vóór den aanvang onzer jaartelling in grooten getale te Alexandrië gevestigd, vergaten allengs hunne moedertaal, zoodat hunne gewijde schriften vóór en na in het Grieksch werden overgebragt. Het blijkt, dat die schriften onder de handen zijn geweest van verschillende bewerkers, en dat de vertaling op vele plaatsen eer eene omwerking mag heeten dan eene getrouwe vertolking. Ook vindt men hierin toevoegselen tot de geschriften van Daniël en Esther, welke in den Hebreeuwschen codex ontbreken, alsmede eenige apocryphe boeken, welke men elders vruchteloos zoekt.

Intusschen verkreeg deze vertaling — aan zeventig personen toegeschreven — eerlang een groot gezag en werd nevens den Hebreeuwschen tekst in de synagoge gebruikt. De Kerkvaders handhaafden zelfs de inspiratie van deze overzetting en stelden haar gelijk met het oorspronkelijke. Daar er vele afschriften en daaronder zeer gebrekkige van vervaardigd werden, wendde reeds Orígenes pogingen aan, den zuiveren tekst der vertaling te herstellen. Zijne „Hexapla” bevatte den Hebreeuwschen tekst met Hebreeuwsche en Grieksche letters, de vertaling van Aquila, die van Symmachus, die der „Zeventig” en die van Theodotion. Van dit boek van Orígenes, alsmede van zijne „Tetrapla” is echter niets bewaard gebleven. De nieuwere uitgaven der Grieksche vertaling des Ouden Testaments berusten op de beide codices: „Vaticanus” en „Alexandrinus”. De beste is die van Tischendorf (5de druk 1875).

< >