Sannazaro (Jacopo), een Latijnsch en Italiaansch dichter, geboren te Napels den 28sten Julij 1458, was de telg van een Spaanschen stam en studeerde te Pontano, waar hij zich Actius Sincerus noemde. Zijne gedichten boeiden de aandacht van koning Ferdinand van Napels, en van diens zonen Alfonso en Federigo, zoodat deze hem kozen tot reisgenoot op hunne reizen en veldtogten. Toen Federigo in 1496 den troon beklom, schonk hij aan den dichter de Villa Mergollina. Sannazaro volgde zijn weldoener, toen deze in 1501 het land verlaten moest, trok met hem naar Frankrijk, keerde eerst na den dood des Konings naar zijn vaderland terug, en overleed te Napels in 1530.
Zijn roem als dichter in de Italiaansche taal berust voornamelijk op zijne idylle: „Arcadia”, uit proza en poëzij bestaande en zich onderscheidende door eene ongemeene sierlijkheid en welluidendheid van taal. Zij verscheen te Venetië in 1502 en is later bij herhaling gedrukt. Ook leverde hij vele andere fraaije Italiaansche verzen, gezamenlijk uitgegeven te Padua in 1723. Nog grooteren roem verwierf hij door zijne Latijnsche gedichten. Behalve het meer uitgebreide gedicht: „De partu virginis”, schreef hij elegieën, eclogen en epigrammen. Voor een gedicht op Venetië ontving hij van den Senaat dezer Republiek een geschenk van 600 zecchinen.