San-Juan, een Staat der Argentijnsche Republiek, telt op 1566 geogr. mijl ruim 60000 inwoners, strekt zich uit langs de Cordilleraketen van 32°—30° Z. B. en is gedeeltelijk eene bergstreek met evenwijdige meridiaanketens en vruchtbare dalen, gedeeltelijk eene schier waterlooze steppe. De Vermejo, deJachal en de San-Juan zijn er de voornaamste rivieren. Het klimaat is er droog, maar aangenaam; schoon het er zelden regent en nooit dauwt, is de hitte er niet ondragelijk.
Bosch zoekt men er te vergeefs, doch op een besproeiden bodem geeft de tarwe er een 50tot 200-voudigen oogst. Het voornaamste artikel van uitvoer is er wijn, en er worden ook vele olijven verbouwd, terwijl men er in de westelijke districten eenig zilver en goud verkrijgt. — De evenzoo genoemde hoofdstad, San Juan de la Frontera, ligt aan de Limaro, eene zijrivier der San-Juan en telt ruim 8000 inwoners.
