Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-08-2018

Saint-Denis

betekenis & definitie

Saint-Denis, eene arrondissementshoofdstad in het Fransche departement Seine, 9 Ned. mijl ten noorden van Parijs, op den regter oever der Seine en aan hare zijrivier de Rouillon, alsmede aan een kanaal en aan den Noorderspoorweg, telt ongeveer 35000 inwoners, en bezit, behalve eene groote meisjesschool met 450 leerlingen (een gesticht van de Orde van het Legioen van Eer) en talrijke fabrieken, in de Abdijkerk de aloude begraafplaats der Koningen van Frankrijk. In dat prachtig gebouw, in spitsboogstijl opgetrokken, met 2 torens, voorts met portalen, bogengangen enz. versierd, vindt men o. a. de praalgraven van Lodewijk van Orleans {den zoon van Karel V) en van zijne gemalin Valentine van Milaan, van Lodewijk XII en zijne gemalin Anna van Bretagne (van Jean Justi uit Tours), van Frans I (van Pierre Bontemps), van Hendrik II en van zijne gemalin Catarina dei Medici (van Germain Pilon), van koning Dagobert enz. In het geheel waren er bij den aanvang der Revolutie 25 Koningen van Frankrijk, 10 Koninginnen en 84 prinsen en prinsessen ter aarde besteld.

Andere merkwaardige gebouwen te Saint-Denis zijn: de nieuwe kerk, in 1867 voltooid, de voormalige abdij en de beide hangende bruggen, welke de stad in verband brengen met den anderen oever der Seine en met het eiland St. Denis. De stad ontleent haren naam aan den Heiligen Dionysius, die in 273 als martelaar op den Montmartre te Parijs onthoofd werd en toen volgens de legende zijn afgehouwen hoofd in de handen nam en er mede voortliep, door engelen vergezeld, tot aan het dorp Catuliacum, het hedendaagsche St. Denis, waar hij in eene kapél begraven werd. Dáár deed koning Dagobert, een zoon van Chlotarius II, in 630 eene prachtige kerk verrijzen (later onder Lodewijk VII geheel verbouwd), en hij stichtte er eene abdij, die door schenkingen zoo rijk werd, dat onderscheidene Koningen van Frankrijk zich abten van St. Denis noemden. De vermaarde oriflamme, eene drieslippige roode vlag, was het vaandel der abten van St. Denis, en „Montjoie de St. Denys” de wapenkreet der Fransche ridders. Nadat Lodewijk de Heilige er het overschot van al zijne voorgangers had doen bijzetten, bleef deze abdij de begraafplaats van al de Koningen van Frankrijk. Intusschen had zij gedurig veel te lijden van de Engelschen en van de Hugenoten, en deze laatsten behaalden er onder Condé en Coligny den 10den November 1567 eene belangrijke overwinning. De abt van St. Denis genoot steeds aanmerkelijke voorregten: hij was lid van het Parlement, bezat regtspraak in geestelijke en wereldlijke zaken over de stad en haar gebied, alsmede het muntregt, en kon genade verleenen aan veroordeelden. Vreeselijk werd echter de abdij mishandeld tijdens de Revolutie. Niet alleen werden de standbeelden der Heiligen en Koningen aan den ingang der kerk onthoofd en de oudheden en kostbaarheden geroofd en vernield, maar ook in Augustus en October 1793 op last der Nationale Conventie al de lijken en beenderen der Koningen opgedolven en in twee kalkgroeven bedolven, waarna hunne looden doodkisten en ook het looden kerkdak versmolten werden. In 1806 herstelde Napoleon I het kapittel van St. Denis en bestemde de kerk tot begraafplaats der Keizers van Frankrijk. Na 1816 evenwel sloegen de Bourbons met kracht de handen aan het werk: de beenderen werden uit de kalkgroeven gehaald en ook de overblijfselen van Lodewijk XVI en van Marie Antoinette opgegraven en te St. Denis bijgezet, — voorts de gedenkteekens en praalgraven vernieuwd en vele kunstgewrochten uit andere kerken van Frankrijk derwaarts overgebragt. Sedert 1840 ligt de stad binnen den kring der vestingwerken van Parijs en is door onderscheidene forten omringd, zoodat zij in het begin van 1871 door de Pruissen werd gebombardeerd en veel schade leed. Kort daarna werd zij door Duitsche troepen bezet en bleef tot October 1871 in handen van den vijand. — Den naam van St. Denis draagt ook een dorp in Henegouwen, waar den 14den Augustus 1678 de Nederlanders onder prins Willem III eene overwinning behaalden op de Franschen onder den maarschalk van Luxembourg, — alsmede de hoofdstad van het Fransche eiland Réunion, welke 36000 inwoners telt.

< >