Rumford (Benjamin Thompson, graaf van), een man, die zich door nuttige werkzaamheid onderscheiden heeft, werd geboren den 26sten Maart 1753 te Rumford (thans Concord) in New Hampshire in Noord-Amerika (volgens anderen te Woburn in Massachusetts), bezocht de hoogeschool te Cambridge, waar hij zich op de natuurkunde toelegde, werd omstreeks het jaar 1772 leeraar te Bradford, vervolgens te Rumford, trad bij het uitbarsten van den onafhankelijkheidsoorlog als majoor in de gelederen der Koninklijke militie, en werd, toen de Engelschen uit Boston terugtrokken, in Maart 1776 met eene lastgeving naar Engeland gezonden, waar hp zich bij het departement van Oorlog zag geplaatst. In 1782 keerde hij met den rang van escadronschef naar Amerika terug, organiseerde aldaar de ruiterij en onderscheidde zich bij meer dan ééne gelegenheid. Na het sluiten van den vrede trad hij als luitenant-generaal en staatsraad in Beijersche dienst en was er met ijver bezig aan de verbetering van het leger. Hij stichtte scholen voor de kinderen van soldaten, en fabrieken ten behoeve der armen; ook vond hij spaarkagchels uit en de naar hem genoemde, voedzame Rumfordsche soep.
De Keurvorst benoemde hem dan ook tot graaf van Rumford en tot luitenant-generaal van het leger. In 1799 keerde hij naar Engeland terug, waar hij proeven deed omtrent den aard en de toepassing der warmte, als vicepresident van de Royal Society aanzienlijke sommen uitschreef voor nuttige uitvindingen en ijverig medewerkte aan de oprigting van de Royal Institution, eene school voor nijverheid. Toen hij later te München vertoefde, ontwierp hij er het plan voor eene doelmatige herstelling der Beijersehe Académie van Wetenschappen. In 1802 ging hij naar Parijs, trad er in 1805 in het huwelijk met de weduwe van Lavoisier, vestigde zich in 1812 te Auteuil, en overleed aldaar den 20sten Augustus 1814. Hij schreef: „Recherches sur la chaleur (1804—1813)”, — „Recherches sur le bois et le charbon (1813)”, — en „Essays political, economical and philosophical (1796— 1803, 3 dln)”. Zijne gezamenlijke werken zijn in 1876 in 5 deelen uitgegeven door Ellis.