Rijnvlotten. zou men kunstmatige eilanden van hout kunnen noemen, welke, uit duizende balken zamengesteld, de Rijn afdrijven naar Nederland. Zij hadden soms eene aanmerkelijke uitgebreidheid, zoodat daarop 10 tot 13 ruime hutten waren gebouwd, waarin 3- tot 400 arbeiders eens schuilplaats vonden. Gewoonlijk werd zulk een vlot te Andernach uit kleinere zamengevoegd, en de plaats van bestemming was veelal Dordrecht.
Zulk een vlot was voorzien van een grooten voorraad levensmiddelen, en in de dagen van den Rijntol waren aan het vervoer van zulk een gevaarte groote kosten verbonden, terwijl slechts weinige stuurlieden de bekwaamheid bezaten, het naar behooren over te brengen. Men zeide gewoonlijk, dat een groot vlot eene som vereischte van 300000 thaler, namelijk 100000 voor aankoop van hout, 100000 voor het vellen en voor het vervoer naar de rivier en 100000 voor het vervoer langs de rivier.