Rijn-Hessen, eene provincie van het groothertogdom Hessen, ligt op den linker oever van de Rijn, grenst in het oosten aan de provincie Starkenburg, in het zuiden aan Rijn-Beijeren, in het westen aan de Pruissische Rijnprovincie en in het noorden aan Hessen-Nassau, en telt op nagenoeg 25 geogr. mijl ruim 260000 inwoners (1875), die ongeveer voor de helft tot de Protestanten en voor de andere helft tot de R. Katholieken behooren. Het land is heuvelachtig door uitloopers van het Haardtgebergte, maar levert veel graan, wijn en ooft en bezit eene aanzienlijke nijverheid, benevens veel handel en scheepvaart. Langs de Rijn, die er ten oosten en noorden de grens vormt, loopt een spoorweg met onderscheidene zijtakken.
De hoofdstad dezer provincie is Mainz. Rijn-Hessen behoorde van 1801 tot 1814 aan Frankrijk, zoodat er ook thans nog de „Code Napoleon” geldig is.