Reuterdahl (Henrik), een verdienstelijk Zweedsch godgeleerde, geboren den lOden September 1795 te Malmö in Schonen, studeerde te Lund, begon aldaar in 1817 voorlezingen te houden en werd er in 1841 hoogleeraar in de godgeleerdheid. Met Thomander redigeerde hij geruimen tijd het „Theologisk Quartalskrift”. Voorts schreef hij: „Einleitung in die Theologie (1837)”, — „Kirchengeschichte Schwedens (1838—1865, 4 dln)”, — en „Sammling schwedischer Sprichwörter (1840)”.
In April 1852 benoemde de Koning hem tot staatsraad en voorzitter van het departement van Eeredienst en Onderwijs, in 1855 tot bisschop van Lund en in 1856 tot aartsbisschop van Upsala. Hij overleed den 28sten Junij 1874.