Ratificatie noemt men de bekrachtiging van een door gezanten of andere gevolmagtigden gesloten verdrag; zij geschiedt door de régeringen der betrokkene Staten. Het ratificéren is een algemeene maatregel in het Europeesch volkenregt en dient zoowel om de handelingen der gevolmagtigden te controleren, als om elke verkeerde uitlegging der verdragsbepalingen te voorkomen. Een verdrag wordt beschouwd als ingegaan met den dag der ratificatie.
Intusschen wordt ratificatie niet vereischt bij verdragen, door Vorsten in persoon gesloten, en evenmin bij onderhandelingen, tusschen militaire opperbevelhebbers binnen den kring hunner bevoegdheid aangeknoopt. — Onze Grondwet bepaalt in art. 57: „De Koning maakt en bekrachtigt vredes- en alle andere verdragen met vreemde mogendheden”, zoodat hem de verpligting tot mededeeling aan de Staten-Generaal niet is opgelegd. Echter behoeven de verdragen, die afstand of ruiling van eenig grondgebied des Rijks in Europa of in andere werelddeelen of eenige andere bepaling of verandering, wettelijke regten betreffende, inhouden, de goedkeuring der Staten-Generaal, alvorens zij door den Koning kunnen worden bekrachtigd.