Plataan (Platanus L.) is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Plataneën. Het omvat meerendeels groote, fraaije boomen met afvallende schorsdeelen, afwisselende, gesteelde, handnervige en handvormig gelobde bladeren, langgesteelde, bolvormige bloemhoofdjes en in de opzwelling van den bladsteel zich ontwikkelende knoppen. De oostersche plataan (P. orientalis L) is een fraaije boom ter hoogte van 20—25 Ned. el , met een dikken, niet zeer hoogen stam, wijd uitgespreide takken, diep ingesnedene, handvormige, vijflobbige bladeren en lancetvormig, vaak nogmaals gelobde of getande lobben. De westersche plataan (P. occidentalis L.) is een boom ter hoogte van 20—30 Ned. el met eene meer pyramidale kruin en groote bladeren, die gewoonlijk drielobbig, getand en aan de onderzijde behaard zijn.
Deze is afkomstig uit Noord-Amerika, wordt in ons Vaderland met goed gevolg gekweekt, maar schijnt minder hard van hout te wezen dan eerstgenoemde soort. Deze laatste groeit in het Oosten aan den waterzoom en wordt zeer oud. Vandaar is hij overgebragt naar Italië. Van den westerschen plataan geven wij hierbij eene afbeelding, namelijk in a een tak en in b een blad, beide op 1/3de der natuurlijke grootte, in c een meeldraad op 6-voudige grootte, in d een vruchtbeginsel op 7-voudige grootte en in e eene vrucht op 4-voudige grootte.