Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Outrein

betekenis & definitie

Outrein (Johannes d’), een bekend Nederlandsch godgeleerde, geboren te Middelburg den 17den Augustus 1662, verkreeg te Franeker den titel van meester in de vrije kunsten en doctor in de wijsbegeerte en was achtervolgens predikant te Oostzaan, Franeker , Arnhem, Dordrecht en Amsterdam, alwaar hij den 24sten Februarij 1722 overleed. Te Dordrecht was hij tevens hoogleeraar in de godgeleerdheid en wijsbegeerte. Hij heeft eene lange reeks van geschriften uitgegeven, van welke wij vermelden: „Korte schets der goddelijke waarheden (1687)”, tot 15-maal toe herdrukt en in onderscheidene talen overgezet, — „De groote nuttigheid der catechisatiën (1708)”, — en „Eerste beginselen der goddelijke waarheden voor kinderen (1696 en later)”. Ook berijmde hij het „Hooglied (1690)” en leverde in verzen eene beschrijving van de „Rozendaalsche vermakelijkheden (1700 en later)”.

< >