Openbaar Ministérie (Het) is een ligchaam van regtsbeambten, die bij verschillende regtscollegiën geplaatst zijn, om in het belang van den Staat het beslissen en ten einde brengen van regtszaken mogeljjk te maken. Het wordt uitgeoefend door den procureur-generaal bij den hoogen raad, door de procureurs-generaal bij de hoven, door de officieren van justitie bij de regtbanken en door de commissarissen van policie of den burgemeester of diens plaatsvervanger bij de kantongeregten.
De procureurs-generaal worden bijgestaan door advocaten-generaal en de officieren van justitie door substituten. De ambtenaren van het openbaar ministérie worden door den Koning benoemd op voordragt van den minister van Justitie; zij zijn afzetbaar, met uitzondering van den procureur generaal bij den hoogen raad. Zij moeten in de regten gepromoveerd zijn, en kunnen niet tevens advocaat, procureur, notaris of solliciteur enz. zijn.
Het openbaar ministérie vormt in het geheele land een hiërarchisch ingerigt geheel. Zijne leden staan onder discipline van hunne superieuren en ook onder de censuur van de hoven en van den hoogen raad. Hunne verpligtingen zijn:
1°. De handhaving der wetten, namelijk de zorg voor de juiste uitlegging der wet in burgerlijke zaken, leiding der strafzaken, het optreden voor personen, die hunne belangen verzuimen of niet kunnen waarnemen, het waken voor de opvolging der voorschriften op de inwendige dienst der regtscollegiën enz. Daartoe behoort ook het regt, aan den procureur-generaal bij den hoogen raad gegeven, om zich in cassatie tegen een vonnis te voorzien in het belang der wet, dat is, zonder dat het te wijzen arrest eenige verandering in de betrekking der partijen kan te weeg brengen.
2°. De vervolging der misdrijven.
3°. Het doen uitvoeren van strafvonnissen.
4°. Het nemen van conclusiën in zaken, waarin zulks door de wet bevolen wordt.
5°. Het nakomen van de bevelen, die hun in hunne ambtsbetrekking door de daartoe bevoegde magt, van wege den Koning, worden gegeven.
Het openbaar ministérie is ook belast met het opsporen van misdrijven. Het is voorts bij alle civiele teregtzittingen aanwezig en neemt in vele dingen conclusiën, nadat de zaak door de partijen bepleit is, ten einde den regter voor te lichten en voor de handhaving der wet te zorgen. Het kan ook onder bepaalde omstandigheden de faillietverklaring vragen van een koopman, die opgehouden heeft te betalen.