Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Oosterdijk of Oosterdijk Schacht

betekenis & definitie

Oosterdijk of Oosterdijk Schacht is de naam van een geleerd Nederlandsch geslacht. Van de leden noemen wij:

Hermannus Oosterdijk Schacht, geboren te Amsterdam den Junij 1679. Hij was een leerling van Boerhaave en werd in 1719 gewoon hoogleeraar in de practische geneeskunde te Leiden, zag zich later benoemd tot hoogleeraar in de practisch-theoretische geneeskunde, gaf eenige „Orationes” in het licht en overleed den 11den Februarij 1744.

Johannes Oosterdijk Schacht, een zoon van den voorgaande. Hij werd geboren te Leiden den 26sten October 1704, doctoreerde in de wijsbegeerte en in de geneeskunde, aanvaardde in 1728 het hoogleeraarsambt te Franeker, een jaar later te Utrecht, werd in 1790 emeritus en overleed den 18den Augustus 1792. Behalve eenige „Orationes” schreef hij: „Institutiones medicinae practicae etc. (1747 en later meermalen), — en „Een geneesmiddel tegen vallende ziekte enz. (1771)”.

Hermannus Gerardus Oosterdijk Schacht, een broederszoon van den voorgaande, geboren te Katwijk den 19den November 1731. Hij promoveerde in de geneeskunde, vestigde zich te Amsterdam, maar beoefende hoofdzakelijk de Latijnsche en Nederlandsche dichtkunst. Hij leverde eene vertaling der „Lierzangen” van Horatius, welke in 1819 door de zorg van den rector (later hoogleeraar) Peerlkamp in het licht verscheen, alsmede van een gedeelte van de „Ilias” enz., was lid der Leidsche Maatschappij van Nederlandsche Letterkunde, en overleed den 18den April 1795.

Nicolaas Georgius Oosterdijk, een zoon van Johannes (den voorlaatste), geboren te Utrecht in Februarij 1740. Hij studeerde te Utrecht en te Leiden, werd in 1771 hoogleeraar in de geneeskunde te Harderwijk en in 1775 te Leiden, en overleed aldaar den 3den September 1817. Behalve „Orationes” en opstellen in tijdschriften leverde hij: „Praecepta medicinae practicae (1783)”.

< >