Onder dezen naam vermelden wij:
Christiaan Gerhard Offerhaus, een verdienstelijk godgeleerde. Hij werd geboren te Hamm den 30sten April 1672, studeerde te Harderwijk, Utrecht, Franeker en Dordrecht, en werd in 1696 proponent en in hetzelfde jaar hoogleeraar aan het gymnasium te Hamm, in 1701 predikant te Wesel en in 1708 hoogleeraar aan het athenaeum te Deventer, ontving in 1733 het emeritaat en overleed den 31sten December 1758. Behalve een paar „Dissertationes” zijn van hem verschenen: „Exercitatio philologica exhibens synopticam deseriptionem veteris Hierosolimae (1718)”, — „Exercitatio philologica de prima mundi aetate”, — en „Disquisitio theologica de "Alɸα apocalyptico”.
Leonard Offerhaus, een Nederlandsch geschiedkundige en een zoon van den voorgaande. Hij werd geboren te Hamm den 26sten December 1699, studeerde te Deventer en te Utrecht en werd in 1725 hoogleeraar in de geschiedenis en welsprekendheid te Lingen en in 1728 te Groningen. Hij onderwees er geschiedenis en aardrijkskunde, bekleedde tot driemaal toe het rectoraat, werd in 1744 bibliothecaris der académie, vierde er het feest zijner 50 jarige ambtsbediening, werd den 12den Mei 1799 emeritus, en overleed reeds den 18den October daaraanvolgende. Van zijne geschriften noemen wij: „Compendium historiae universalis (1751 en later, 2 dln)’’, — „Compendium historiae Foederati Belgii etc.
(1753)”, — „Specilegiorum historico-chronologicorum libri tres (1759)”, — en een aantal „Dissertationes”.