Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Nottingham

betekenis & definitie

Nottingham of Nottinghamshire, een graafschap in midden-Engeland, grenst aan de graafschappen Lincoln, Leicester, Derby en York en telt op ruim 38 geogr. mijl ongeveer 320000 inwoners (1871). Met uitzondering van het noordelijk gedeelte, dat een vervolg is van de vlakke marschen van York en Lincoln, en van het breede dal der Trent, alsmede van het vruchtbare Belvoirdal is Nottingham eene heuvelachtige landstreek, die aan de westelijke grenzen bergachtig wordt.

In het zuiden liggen de heidevelden der Wolds, en in het oosten verrijst het te voren vermaarde, thans echter grootendeels uitgeroeide Sherwoodwoud (de verblijfplaats van Robin Hood). De hoogste gedeelten van het graafschap zijn ook thans nog gedeeltelijk met bosch begroeid. De voornaamste rivier is er de Trent, en de grond bezit er eene ongemeene vruchtbaarheid, door een zacht klimaat en eene milde besproeijing bevorderd.

Landbouw en veeteelt zijn er de belangrijkste bronnen van bestaan. Men heeft er 54% bouwland en 30% weiland. In 1875 telde men er omstreeks 20000 paarden, 80000 runderen, 285000 schapen en 27000 zwijnen. De bodem levert er steenkolen, lood, gahnei en albast. Er bestaat een aanzienlijke handel in graan en vee, en de fabrieknijverheid bevindt er zich in een bloeijenden toestand.Vooral vindt men er kantenfabrieken, kousenweverijen, katoenspinnerijen, machinenfabrieken en ijzergieterijen.

De hoofdstad Nottingham is aan de Trent en aan den mond der bevaarbare Lene schilderachtig gelegen aan de helling van een steilen zandsteenheuvel, gekroond met de bouwvallen van een kasteel, door Willem de Veroveraar gesticht.

Er zijn naauwe, onregelmatige straten, en het marktplein is omgeven door priëelen, waaronder zich fraaije winkels bevinden. Men heeft er onderscheidene oude kerken, een geregtshof, een stadhuis, eene beurs, een schouwburg, een muséum, eene Latijnsche school enz. en ruim 86000 inwoners.

< >