Nicias, een zoon van Niceratus, was een Atheensch staatsman en veldheer en tevens de rijkste burger der stad. Nadat hij reeds onder Péricles als veldheer en vooral als vlootvoogd groote diensten bewezen had, werd hij na diens dood in 429 vóór Chr. voor den tijd van 5 jaren strateeg (militair opperbevelhebber) en verkreeg als hoofd der behoudende partij door zijne milddadigheid grooten invloed. Hij was de tegenstander van Cleon. In 427 veroverde hij het eiland Minoa en versterkte het tegen de Peloponnesiërs, deed in 426 een inval in Melos, vervolgens in het gebied van Tanagra, waar hij de Thebanen en Tanagraeërs versloeg, en volbragt vervolgens een strooptogt langs de kusten van Locrië.
Na den dood van Cleon en na den rampspoedigen slag bij Amphipolis bragt hij in 421 den 60 jarigen vrede van Sparta tot stand, naar hem den Vrede van Nicias geheeten, maar was niet bestand tegen de behendigheid van Alcibíades. Met kracht verzette hij zich tegen de expeditie naar Sicilië, maar zag zich niettemin met Lámachus en Alcibíades aan haar hoofd geplaatst. Na de terugroeping van Alcibíades in 415 verkreeg hij het opperbevel, behaalde eene overwinning onder de muren van Syracuse en zou de stad tot de overgave gedwongen hebben, indien niet de hulptroepen, van Corinthe en Sparta gevraagd, den krijgskans hadden doen keeren. De Atheensche vloot leed eene volkomene nederlaag,en de overblijfselen van het Atheensche leger werden den 8sten en 10den September 413 aan de rivier Asinarus vernietigd. Nicias moest zich overgeven en werd met Demósfhenes door de inwoners van Syracuse ter dood gebragt. De Atheners hoonden de gedachtenis van dezen veldheer door zijn naam weg te laten van den gedenksteen, opgerigt ter eere van hen, die op Sicilië waren gesneuveld. Zijn zoon Niceratus werd ten tijde der Dertig Tyrannen teregt gesteld.