Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Neushoornvogels

betekenis & definitie

Neushoornvogels (Bucerotidae Leach) is de naam van eene familie der koekoeksvogels (coccygomorphae). Zij omvat vrij groote vogels met een rank ligchaam, een nog al langen hals, een betrekkelijk kleinen kop, een langen, dikken, gekromden snavel met een hoornachtig uitsteeksel, een vrij langen staart, middelmatig lange, afgeronde vleugels en lage pooten. De keel en de streek rondom de oogen blijven dikwijls kaal, en het bovenste ooglid draagt veelal dikke, haarvormige wenkbraauwen. Deze vogels, die in verschillende gedaanten voorkomen, houden hun verblijf in het zuiden van Azië, op de Soenda-eilanden en in het zuiden van Afrika en bevinden er zich in de bosschen.

Zp broeden in holle boomen, en het mannetje metselt den toegang nagenoeg digt, zoodat hij het wijfje door de naauwe opening voedsel bezorgt. Tot deze familie behoort o. a. Buceros plicata Lath. der Soenda-eilanden: deze vogel is zwart, doch bruinachtig geel op den kop, heeft een witten staart, roodbruine oogen, een licht-hoornachtig gekleurden snavel, donkergrijze pooten en eene licht-gele, naakte keel. Hij vliegt met veel gesuis en voedt zich met vruchten.

< >